Froonacker. Schade door brisantbommen afgeworpen tijdens de tweede wereld oorlog

De lente van 1940 had een valse belofte in zich gedragen voor de inwoners van Franeker. De zon scheen, de bomen bloeiden, maar de dreiging van de oorlog hing als een onzichtbare deken boven de gemoedelijke stad. Toen op die fatale tiende mei de Duitse laarzen Friesland binnen marcheerden, duurde het niet lang voordat de echo van hun passen ook door de stille straten van Franeker klonk. Twee dagen later, op een grijze zondag, was de stad overspoeld. Soldaten in grijze uniformen, ronkende motoren van militaire voertuigen en het nerveuze hinniken van paarden vulden de pleinen en stegen. Franeker, met zijn eeuwenoude academie en rustige grachten, was plotseling een garnizoensstad geworden.

Het dagelijkse ritme werd bruut verstoord. Onderkomens moesten worden ingericht voor de ongeveer duizend manschappen en hun trouwe viervoeters. Huizen, scholen, zelfs de leegstaande lokalen van de gesloten universiteit werden gevorderd. Duitse soldaten, soms nors en afstandelijk, soms luidruchtig en zelfverzekerd, liepen door de straten. Ze deden hun inkopen in de winkels, zongen marsliederen op de pleinen en hun aanwezigheid was een constante, onwelkome herinnering aan de verloren vrijheid.

Een donkere schaduw over de stad werd gevormd door het relatief grote aantal NSB’ers. Ongeveer 350 van de vierduizend volwassen inwoners kozen de kant van de bezetter. Zij verwelkomden de nieuwe machthebbers, droegen hun uniformen met trots en keken met minachting naar hun landgenoten die de Duitse overheersing verafschuwden. De sociale cohesie van Franeker begon te scheuren.

Langzaam maar zeker werden de maatregelen van de bezetter voelbaar. Avondklokken, rantsoenering van voedsel en goederen, en de steeds strengere controle op het dagelijks leven. Toen de Jodenster verplicht werd, brandde het schaamrood op de wangen van menig Franeker. Het openlijke leed van hun Joodse stadsgenoten, die plotseling als paria’s werden gemarkeerd, sneed diep in hun harten.

Toch gloeide er ook een vonk van verzet, aanvankelijk voorzichtig en aarzelend. Kleine daden van sabotage, het verspreiden van illegale krantjes, het luisteren naar de verboden radiozenders. Langzaam maar zeker vormden zich groepjes, hoewel de organisatie in Franeker trager op gang kwam dan in andere delen van Friesland.

Een ander, cruciaal aspect van het verzet was de hulp aan onderduikers. Boeren in de omliggende dorpen openden hun boerderijen en harten voor hen die moesten vluchten: jonge mannen die aan de Arbeitseinsatz wilden ontkomen, verzetsstrijders op de vlucht, en later ook Joden. De stilte van de Friese nacht werd de veilige haven voor velen.

Een lichtpunt van menselijkheid scheen in april 1943, toen het personeel van een plaatselijke “inrichting” – vermoedelijk een psychiatrische instelling – openlijk protesteerde tegen de deportatie van hun zieke Joodse patiënten. Hun moedige actie, hoewel uiteindelijk niet succesvol in het voorkomen van de deportaties, getuigde van een diepgeworteld gevoel van rechtvaardigheid.

Maar de oorlog bracht ook een duistere keerzijde. Het verraad kroop als een giftige slang door de gemeenschap. Het vertrouwen erodeerde toen bleek dat sommigen hun medeburgers aan de bezetter verraadden. De tragische ontmanteling van de verzetsgroep in het nabijgelegen Sexbierum, met fatale gevolgen voor de betrokkenen, wierp een lange schaduw over Franeker. De angst om ontdekt te worden, om verraden te worden, werd een constante metgezel.

Het dagelijkse leven werd gekenmerkt door schaarste en improvisatie. Koffiesurrogaat, houten schoenen, lange rijen voor de winkel. Toch vonden de Franekers manieren om te overleven, om kleine genoegens te creëren in de grijze werkelijkheid. Sommige winkeliers zagen hun omzet stijgen door de Duitse klandizie, een wrange bijsmaak van de bezetting.

 

De aanwezigheid van de bezetter creëerde ook sociale spanningen. De openlijke collaboratie van de NSB’ers stuitte op afschuw bij de meerderheid van de bevolking. Er waren fluisterende verwijten, vermeden blikken en soms openlijke confrontaties. De schaamte was groot toen bekend werd dat sommige Franeker vrouwen relaties aangingen met Duitse soldaten, relaties die soms resulteerden in kinderen, de stille getuigen van een donkere periode.

De angst werd tastbaar op 25 april 1942, toen bommenwerpers hun dodelijke lading boven Franeker loslieten. De explosies scheurden de stilte, huizen werden verwoest en het geluid van sirenes vulde de lucht. De materiële schade was aanzienlijk, maar de psychologische impact was nog groter. Het besef dat de oorlog nu ook fysiek de stad had bereikt, zaaide angst en onzekerheid.

De jaren kropen voorbij, gevuld met ontberingen, angst en een stille, onverzettelijke hoop op bevrijding. En toen, op die zonnige zondagmiddag van 15 april 1945, veranderde alles. Het geronk van motoren klonk anders, zwaarder, hoopvoller. Canadese tanks rolden de stad binnen. De opluchting was immens, de vreugde explosief. Vlaggen werden tevoorschijn gehaald, bloemen werden op de tanks gegooid en het gejuich van de bevrijde bevolking overstemde bijna het geratel van de rupsbanden.

De euforie van de bevrijding maakte langzaam plaats voor de pijnlijke verwerking van de oorlogsjaren. De verhalen kwamen los, de littekens, zowel zichtbaar als onzichtbaar, werden duidelijk. Het verraad had diepe wonden geslagen in de gemeenschap. Het verlies van dierbaren liet een leegte achter.

Vandaag de dag herinneren diverse oorlogsmonumenten in en rondom Franeker aan de slachtoffers en de gebeurtenissen van die donkere periode. De oorlogsgraven van geallieerde vliegeniers op de gemeentelijke begraafplaats zijn stille getuigen van de offers die werden gebracht voor de vrijheid. Franeker, ooit zo rustig en onschuldig, draagt de littekens van de Tweede Wereldoorlog met zich mee, een herinnering aan de ingrijpende gebeurtenissen die de stad voorgoed hebben getekend. De verhalen worden doorgegeven, van generatie op generatie, opdat de lessen van het verleden nooit vergeten zullen worden.

Het verhaal is gebaseerd op diverse bronnen

Archief foto’s ter beschikking gesteld door Historisch Centrum Franeker

error: Bericht Beveiligd!