“De ziel van Rusland” concert door het Fries KamerOrkest
Dirigent: Ronald Slager
Onder de titel “De ziel van Rusland” geeft het Fries KamerOrkest aanstaande zaterdagavond 18 mei een concert in de Martinikerk in Franeker.
Het Fries Kamerorkest is, anders dan de naam doet vermoeden, inmiddels uitgegroeid tot een volwaardig symfonieorkest bestaande uit ruim 40 betrokken amateurmusici, zowel strijkers als blazers. Al meer dan 50 jaar brengt dit orkest muziek in Friesland en soms daarbuiten. Unplugged, ambachtelijke handgemaakte muziek. Voor dit programma is de bezetting uitgebreid met extra koperblazers, slagwerk en harp.
Meerdere dirigenten hebben het orkest geleid. Sinds juni 2016 hanteert Ronald Slager uit Heerenveen de button.
In deze uitvoering heeft het orkest gekozen voor een geheel Russisch programma met werken van César Cui , Modest Moesorgski en Nicolai Rimski-Korsakov. Samen met Mili Balakirev en Alexander Borodin vormden zij “De Grote Vijf”. De groep componisten die de blauwdruk vormden voor wat wel de “Russische nationale stijl” wordt genoemd.
Het
concert wordt geopend met de orkestsuite nr. 4 van Cesar Cui (1835 -1918)
Cui schreef deze suite oorspronkelijk als de pianosuite “À Argenteau”. Van de 9
deeltjes zijn door Alexander Glazoenov vijf delen bewerkt voor symfonieorkest
en in 1899 uitgegeven. Het is aangename, welluidende muziek, in een prachtige
orkestratie.
Als tweede werk voor de pauze staat Liederen en Dansen van de Dood van Modest Moessorgski op het programma. Moessorgsky (1839-1881) schreef deze cyclus in 1877 voor zangstem en piano. Het werk, bestaande uit vier liederen, wordt beschouwd als één van Moessorgski’s meesterwerken. Het werk is door meerdere Russische componisten bewerkt. In dit concert wordt de muziek uitgevoerd in een orkestratie van Dmitri Sjostakovitsj. De solozang wordt verzorgd door de bekende Friese bariton Ben Brunt,
En dan tenslotte na de pauze de tweede symfonie van Nicolai Rimski-Korsakov (1844-1908).
Rimski-Korsakov schreef het werk in 1868, en de première klonk in 1869. Aanvankelijk noemde hij het werk zijn 2e symfonie, maar later een ‘symfonische suite’; er ligt een Arabische vertelling aan dit programmatische stuk ten grondslag. Moessorgski en Cui zetten Rimski-Korsakov op het spoor van het verhaal ‘Antar’ van de schrijver Senkovski.
Alle drie de werken verklanken op verschillende manieren de “ziel” van Rusland.