De rechtbank Noord Nederland te Leeuwarden heeft een man veroordeeld tot een gevangenisstraf van zesendertig maanden wegens zijn betrokkenheid bij een ernstige explosie bij de woning in Dongjum van een vrouw en haar drie jonge kinderen.
De man heeft samen met een of meer anderen een zwaar stuk vuurwerk in de brievenbus van de voordeur geplaatst en aangestoken. De daaropvolgende explosie veroorzaakte een zeer harde knal en bracht aanzienlijke schade toe aan zowel de voordeur als het interieur van de woning. De vrouw en haar kinderen bevonden zich op dat moment in het huis en verkeerden in acuut levensgevaar door de drukgolf, de hitte en rondvliegende scherven. Dat niemand zich in het halletje bevond tijdens de ontploffing is volgens de rechtbank een kwestie van puur toeval. Als dat anders was geweest, had het letsel levensbedreigend kunnen zijn.
De gebeurtenis heeft bij de bewoonster diepe gevoelens van angst en onveiligheid teweeggebracht. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte mede verantwoordelijk is voor het veroorzaken van de explosie en dat de ernst van het feit een langdurige vrijheidsstraf vereist.
De verdachte heeft ontkend dat hij op de locatie aanwezig was om het bewezen verklaarde feit te plegen. Door deze houding kan de rechtbank geen rekening houden met eventuele beweegredenen of persoonlijke omstandigheden die mogelijk van invloed waren op zijn handelen.
Na zorgvuldige afweging van alle omstandigheden heeft de rechtbank een gevangenisstraf van zesendertig maanden opgelegd, met aftrek van het voorarrest. Deze straf wordt passend en rechtvaardig geacht gelet op de ernst van het strafbare feit en de gevolgen daarvan.
